HEERLEN - Bijna 34 jaar nadat mijnwerkers in Heerlen voor het laatst kolen dolven, voorziet de eerste mijnwaterenergiecentrale ter wereld op twee locaties in Heerlen nieuwbouwwoningen en gebouwen van energie. De Heerlense wethouder Riet de Wit opende de centrale op 1 oktober samen met Jack Gorgels - voorzitter van woningcorporatie Weller, de eigenaar van de centrale. De schatting is dat het project leidt tot 55% minder CO2-uitstoot (SenterNovem, 30 oktober). Zo’n negen jaar geleden zocht Elianne Demollin, indertijd energiecoördinator van de gemeente Heerlen, naar een manier om het klimaatbeleid in een project concreet te maken. Dat project vond ze in het mijnwater: 'Ik wist dat het water in de oude mijnen aan het stijgen was en ik wist ook dat hoe dieper het in de grond zit, hoe warmer het is. Waarom zouden we daar geen gebruik van maken?' Meer dan economische prikkels alleen Die vraag vormde de start voor een project waarbij energie uit het in de oude mijnen aanwezige water gebruikt wordt voor de verwarming en koeling van twee nieuwbouwlocaties. 'Het mooie is dat niet alleen economische prikkels een rol speelden. Het gehele mijnverleden van deze regio is na sluiting van de mijnen helemaal weggepoetst. Dat heeft veel pijn gedaan bij de bevolking en dit project bood de gelegenheid die schade voor een deel te herstellen.' Verwarmen en koelen In de praktijk werkt het zo: vanuit de oude mijnen (Oranje Nassau I en III) wordt vanaf een diepte van ongeveer 700 meter mijnwater met een temperatuur van rond de 30 graden Celsius naar de energiecentrale gepompt. Via een warmtewisselaar is de warmte vervolgens bruikbaar in cv-installaties om woningen en gebouwen op twee nieuwbouwlocaties te verwarmen. Water van een diepte van 250 meter is koeler en kan dienen om gebouwen te koelen. Het gebruikte water keert via een retourput terug naar een diepte van 450 meter, waar het zich weer mengt met het daar aanwezige water. DEN en Interreg III B Met haar idee om de in het mijnwater opgeslagen energie te gebruiken, stapte Elianne Demollin naar SenterNovem. 'Dat leidde onder mee tot de ondersteuning van een eerste haalbaarheidsstudie vanuit het programma Duurzame Energie Nederland (DEN)', vertelt Paul Ramsak van SenterNovem. 'Die studie vormde vervolgens weer een basis voor politiek draagvlak voor het project en voor het verwerven van Europese subsidie vanuit het ‘Interreg III B NWE’-programma. Daarmee was het mogelijk de benodigde boringen uit te voeren en een mijnwaterdistributienet aan te leggen.' UKR ondersteunt mijnwaterproof maken van nieuwbouw Geothermische energie is natuurlijk prachtig, maar je hebt er pas wat aan als je die energie ook daadwerkelijk kunt gebruiken, vertelt Demollin. 'Wij waren in de gelukkige situatie dat op twee locaties boven de oude mijngangen nieuwbouw gepland was (Heerlerheide en Heerlen Centrum). Om de woningen en gebouwen te laten profiteren van mijnwaterenergie zijn echter speciale voorzieningen nodig, zoals verbeterde isolatie. Vanwege het relatief kleine temperatuurverschil tussen het mijnwater en de omgeving, is het namelijk nodig de warmte- en koudebehoefte van de gebouwen te minimaliseren. Bouwkundig en installatietechnisch is het zo geregeld dat we goed met de temperatuur van het mijnwater uit de voeten kunnen.' Ramsak: 'Dat brengt wel hogere kosten met zich mee en om de ontwikkelaar te prikkelen de noodzakelijke voorzieningen te treffen en de nieuwbouw mijnwaterproof te maken, ondersteunen we de bouwprojecten vanuit de Unieke Kansen Regeling.' Pad geëffend Het mijnwaterproject in Heerlen is het eerste project in Nederland op het gebied van aardwarmte en bovendien ook het eerste dat valt onder de nieuwe mijnbouwwet. In zekere zin heeft Heerlen dan ook gediend als proeftuin om het procedurele traject rond te krijgen. Ramsak: 'Inmiddels is er ook in Bleiswijk bij tomatenteler Rik van den Bosch een geothermie-project gerealiseerd. Een deel van het procedurele pad dat daar bewandeld moest worden was al door Heerlen geëffend. Wat je nu ziet is dat het onderwerp aardwarmte door deze projecten veel breder in de belangstelling is komen te staan en onze verwachting is dat er nog meer projecten zullen volgen.'