VNO-NCW: grondwatertax bedreigt werkgelegenheid

Bedrijven in de papierindustrie stijgt het water in deze tijden van crisis tot aan de lippen. Daardoor staan veel banen op de tocht. Oorzaak: de hoge grondwaterbelasting (VNO-NCW, 2 oktober). Deze heffing levert het Rijk jaarlijks 30 miljoen euro op, grotendeels opgebracht door enkele tientallen bedrijven in de industrie. Papierfabriek Norske Skog Parenco in Renkum betaalt maar liefst 1 miljoen euro per jaar. De grondwaterbelasting moet daaarom worden afgeschaft. Behalve winst in deze regio, geeft zo'n besluit een sterk signaal af aan (inter)nationale bedrijven dat Nederland interessant is en blijft als vestigingsplaats. Ons land heeft namelijk veel en kwalitatief goed water. Daar heeft niet alleen de papierindustrie profijt van, maar onder meer ook de chemiesector en de voedingsmiddelenindustrie. Hoe interessant ons land ook is, de (internationale) concurrentie in bijvoorbeeld de papierindustrie is moordend. De grondwaterbelasting bezorgt ons land in dat opzicht een groot concurrentienadeel. Nergens in Europa is grondwater namelijk zo hoog belast als in ons polderland. De meerderheid van de lidstaten kent zelfs geen grondwaterbelasting en in omringende landen is het grondwater tot wel viermaal lager belast. Dit maakt het voor (inter)nationale ondernemingen minder interessant om zich (nog) in Nederland te vestigen. Ondernemers kunnen hun euro maar eenmaal besteden. Verder schiet deze belastingmaatregel die al jaren ter discussie wordt gesteld, zijn doel om 'het onttrekken van grondwater te ontmoedigen' voorbij. De belastingmaatregel zou moeten stimuleren om spaarzaam om te gaan met voorraden die uitputtelijk zijn. Maar bedrijven die afhankelijk zijn van grondwater, gaan van nature zuinig om met grondwater. Bovendien past verspilling, dus ook waterverspilling, niet in de ondernemersgeest. Te veel water oppompen leidt bijvoorbeeld tot hogere energiekosten. Het geld dat nu wegvloeit naar de schatkist (en niet wordt gebruikt om duurzaamheid te stimuleren) zorgt ervoor dat het investeringsbudget van bedrijven sneller opdroogt. Ondernemers kunnen dus veel minder geld investeren in besparingsprogramma’s voor water en energie. De verplichte afdracht werkt in dat opzicht contraproductief met als gevolg dat in ons land al vier papierfabrieken de afgelopen twee jaar de deuren hebben moeten sluiten. Grondwaterbelasting is dus geen onuitputtelijke melkkoe. Als het doek in Renkum valt, stokt ook daar een belangrijke geldstroom. Daarom is dit het moment om bedrijven en werkgelegenheid voor Nederland te behouden en te investeren in een nog aantrekkelijker vestigingsklimaat.