CDA Europees Parlement wil bodemrichtlijn niet
- Gegevens
STRAATSBURG - Het CDA heeft een voorstel ingediend om de voorgestelde Europese kaderwet bodembescherming te verwerpen. Europarlementariër Lambert van Nistelrooij (milieubeheer) vindt dat deze kaderwet er niet moet komen, omdat er, zeker in Nederland, al een heel scala aan bodembeschermingsregels bestaan en nieuwe Europese regelgeving -buiten extra bureaucratie- niets toevoegt. 'Bodem verplaatst zich niet en is daarom niet iets waar we in Brussel regels over moeten maken. Dit is echt iets wat de lidstaten zelf moeten kunnen bepalen', aldus Van Nistelrooij (CDA, 13 november). Van Nistelrooij: 'Ik ben voorstander van een bodemstrategie, maar tegenstander van Europese bodemwetgeving. Waarom centraal iets regelen wat ook decentraal kan? Waarom een extra bestuurlijke deken als in Nederland al een heel scala van maatregelen operationeel zijn?'Om tegemoet te komen aan lidstaten die zelf geen bodembeleid hebben, pleit Van Nistelrooij wel voor een uitgeklede versie van de richtlijn. Zo stelt hij een alternatieve methode voor, de methode van Open Coördinatie. Via 'open coördinatie' zal aan de lidstaten gevraagd worden op nationale basis maatregelen te nemen. Na vijf jaar zal bekeken worden of aanvullende maatregelen nodig zijn.WaterDaarnaast diende Van Nistelrooij wijzigingsvoorstellen in om in de bodemrichtlijn water of waterbodems uit te sluiten. Wateroppervlakten worden immers al via de kaderrichtlijn water geregeld. Ook verzet Van Nistelrooij zich tegen het feit dat in de bestaande voorstellen opnieuw risicogebieden moeten worden aangewezen. Volgens Van Nistelrooij bestaat ook hier reeds regelgeving voor waardoor de bodemrichtlijn ook op dit gebied onnodig is.Europees bodembeleid moet flexibel zijnSTRAATSBURG - Vandaag stemt het Europees Parlement over wetgeving ter bescherming van de bodem. Volgens GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg is Europese wetgeving hierover noodzakelijk. Wel moeten lidstaten die al een goed bodembeleid hebben niet met overbodige verplichtingen en administratieve lasten opgezadeld worden (Groen Links, 13 november).'Het voorstel biedt op de meeste punten voldoende vrijheid aan de lidstaten. Wel steun ik de voorstellen om de voorschriften flexibeler te maken als dat nodig is. Zoals bij de verplichting om te rapporteren en onderzoek te doen naar het bodembeleid in een lidstaat. Als een lidstaat een andere methode kiest dan in de richtlijn wordt voorgesteld, dan is dat natuurlijk prima. Maar er moet daarmee wel hetzelfde beschermingsniveau bereikt worden', zegt Buitenweg. Bodembescherming is noodzakelijk, omdat bodemverontreiniging en klimaatverandering nauw met elkaar verbonden zijn. Een verandering in landgebruik kan ertoe leiden dat meer of juist minder CO2 door de vegetatie wordt opgenomen. Andersom kan klimaatverandering ook leiden tot een achteruitgang van de bodemkwaliteit. Bijvoorbeeld door hogere temperaturen en veranderende neerslagpatronen.Volgens Buitenweg kan een verslechtering van de bodem de mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling verminderen. 'Het is vanuit klimaatoogpunt van wezenlijk belang de kwaliteit van de bodem te waarborgen en daar waar mogelijk te verbeteren.'Verder is bodemverontreiniging niet alleen slecht voor het milieu, maar ook voor de volksgezondheid. Voedselgewassen kunnen bijvoorbeeld schadelijke stoffen uit de bodem opnemen. 'Natuurlijk wordt ons voedsel gecontroleerd op schadelijke stoffen, maar je kan nooit alle producten controleren. Veel beter is het om het probleem bij de bodem aan te pakken', aldus Buitenweg. Op dit moment zijn er maar negen Europese landen die specifiek beleid hebben om de bodem te beschermen. Nederland is één van die landen. De overige 18 lidstaten kennen dus geen specifiek beleid om de bodem te beschermen. 'Zo ontstaat oneerlijke concurrentie tussen bedrijven, die in landen opereren waar specifiek bodembeleid bestaat en bedrijven in diezelfde sector die in landen zijn gevestigd waar dat niet het geval is. Dat moet gelijk getrokken worden ', aldus Buitenweg.Bodemaantasting wordt voornamelijk veroorzaakt door menselijke activiteiten, zoals industrie, slechte landbouwmethodes en transport. In de zware industrie komt het voor dat chemische stoffen of zware metalen de grond in lekken. Bij landbouw en transport zijn onder meer stikstofhoudende verbindingen, zoals ammoniak, problematisch. Die verbindingen veroorzaken eutrofiëring en verzuring van de bodem, waardoor de biodiversiteit achteruitgaat. Doordat deze stoffen verplaatst worden via lucht en grondwater is het ook een grensoverschrijdend probleem.