Om energieopslag in de bodem te bevorderen pleit Taskforce Warmte-Koudeopslag (WKO) voor een versoepeling van de vergunningverlening van energie opslag in de bodem. Dit blijkt uit het advies “Groen licht voor Bodemenergie” van de door VROM ingestelde Taskforce (Taskforce WKO, VEMW, 8 april). De Taskforce stelt voor een eenvoudig verkeerslichtmodel toe te passen. Bij gebieden gecategoriseerd met groen licht kunnen procedures in beginsel eenvoudig blijven door algemene regels. Voor te complexe of te grote systemen moet alsnog een vergunningsspoor worden ingestoken. De procedure voor de grondwatervergunning duurt in principe zes maanden of langer en gaat gepaard met onderzoekskosten en leges (samen gemiddeld 9000 euro) en monitoringskosten (gemiddeld 3500 euro per jaar). Door het toepassen van algemene regels kan een financiële besparing en kortere doorlooptijd worden behaald. Bij Oranje licht spelen er andere belangen mee en is een goede afweging nodig. Hierbij moet gedacht worden aan verwachte interferentiegebieden (veelal stedelijk gebied), intrek- en kwelgebieden, boringsvrije zones en saneringsgevallen. Hierbij wordt gedacht een verbrede watertoets. Op basis van afdeling 4.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht zou de behandelingstermijn 14 weken kunnen bedragen. Bij Rood licht staat het gebied op slot voor warmte-koudeopslag. Een voorbeeld is de 25 jaarszone in het watervoerende pakket rondom een drinkwaterwinning. VEMW wijst in dit verband erop dat op basis van Europese regels de overheid gehouden is ook andere winningen voor menselijke consumptie te beschermen, waaronder die van de industrie. Op de lange termijn zou de provincie de vergunningverlening kunnen mandateren aan de gemeenten. Dit zou de bestuurlijke drukte rondom het onderwerp kunnen verminderen. De gemeente zou sowieso een initiërende rol moeten vervullen om te komen tot een warmtebedrijf of duurzame energiedienst. VEMW hecht er waarde aan dat alle belangen worden meegewogen in het vergunningverleningproces en om die reden is de provincie de aangewezen verantwoordelijke instantie.