Minister Cramer van VROM heeft mede namens minister Verburg van LNV en staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat een beknopte voortgangsrapportage voor het Uitvoeringsprogramma Diffuse Bronnen Waterverontreiniging naar de Tweede Kamer gezonden. De bewindslieden stellen daarin onder andere vast dat landbouwgronden een belangrijke emissiebron zijn van zware metalen naar het oppervlaktewater. Een onderzoek van Alterra in 2008 heeft dat nog een uitgewezen. Uitkomsten van het onderzoek hebben geen andere beleidsinzet voor het uitvoeringsprogramma tot gevolg (Ministerie van VROM, 30 september). Alterra concludeerde dat de huidige mestgift en de huidige gehaltes van zware metalen in mest leiden tot een toename van de uitspoeling van cadmium, koper en zink vanuit de landbouwbodems naar het oppervlaktewater. Deze toename is het grootst voor koper, gevolgd door zink. De uitspoeling van cadmium neemt in geringe mate toe. Geen maximum cadmiumgehalte in kunstmestDe oorzaak voor de toename van cadmium is het gehalte van deze stof in kunstmest en veevoer. Er zijn geen beperkingen aan het cadmiumgehalte in de bestaande Europese regelgeving voor de samenstelling van kunstmest. De Europese Commissie heeft wel de intentie uitgesproken om het onderwerp te regelen maar heeft daar nog geen concrete stappen toe gezet. Dit is wel nodig omdat cadmium een prioritair gevaarlijke stof is. In de internationale werkgroep diffuse bronnen komt het onderwerp terug, schrijft Cramer. Er zijn lidstaten die nationaal wel het gehalte van cadmium in kunstmest beperken, maar Nederland heeft ervoor gekozen zich te richten op oplossingen in Europees verband. VeevoerCadmium in veevoer is toegelaten in de Europese regels voor de samenstelling van veevoer. Via de mest komt dit in het milieu terecht. Het veevoer is, via de mest, ook een belangrijke bron van koper en zink. Beide metalen zitten van nature in ruwvoer, zijn tot op zekere hoogte essentieel voor vee, maar worden in grote hoeveelheden bijgevoerd in de vorm van voedingsconcentraten en minerale supplementen ter bevordering van de groei en als anti-wormmiddel. De belasting van koper door de mest wordt nog vergroot door de lozing van de nhoud van hoefontsmettingsbaden in de mestputten.Hogere gehaltes in de mestDe toename van de belasting door koper en zink is onverwacht omdat in de EU-richtlijn die de samenstelling van veevoer regelt sinds 2000 sprake is van vermindering van de toegestane gehaltes van deze metalen. Uit veldmetingen blijkt dat sinds 1996 de gehaltes van koper in varkensmest ongeveer gelijk zijn gebleven en in rundermest zijn verdrievoudigd. Het gehalte aan zink is bij zowel varkens- als rundermest gestegen. Het gehalte aan cadmium in de mest blijft sinds 1996 wel ongeveer gelijk. Maatregelen tonen pas effect op de lange termijnOm de belasting door zware metalen vanuit de landbouw zodanig te verminderen dat voor wat betreft de uitspoeling naar oppervlaktewater sprake is van stand still moeten volgens Alterra de maatregelen van het al in gang gezette mest- en nitraatbeleid worden uitgevoerd. Daarnaast zou halvering an koper en zink in veevoer nodig zijn, stopzetten van koper in hoefontsmettingsbaden en halvering van het cadmiumgehalte in kunstmest. Vanwege de historische accumulatie van deze stoffen in bodem en grondwater gaan er jaren overheen voordat de effecten van deze maatregelen op de uitspoeling duidelijk zichtbaar zijn. Maatregelen die gericht zijn op de reductie van de emissies van zware metalen via afspoeling zijn wel op korte termijn effectief. Geen wijziging in beleidDe resultaten van het Alterra onderzoek hebben geen gevolgen voor de verandering van de beleidsinzet van het Uitvoeringsprogramma. Deze blijft, naast de voorgenomen mestwetgeving op grond van het Vierde Actieprogramma Nitraatrichtlijn, gericht op enerzijds maatregelen door de Europese Unie in de productregelgeving voor veevoer en kunstmest en anderzijds het overtuigen van de sector via projecten als SPADE dat een lagere belasting door zware metalen gewenst en ook mogelijk is.De volledige brief van de bewindslieden is te vinden op de website van het ministerie van VROM.