Stuifzandverleden blootgelegd
- Gegevens
WAALWIJK - Op 9 en 11 maart is een ‘diepgravend’ onderzoek gestart naar het stuifzandverleden van De Loonse en Drunense Duinen. Een groep wetenschappers van de Wageningen Universiteit en van het Nederlands Centrum voor Luminescentie hebben hiervoor twee door stuifzand overstoven zomereiken uitgegraven. De bomen zijn naar schatting zo’n honderd jaar oud (Natuurmonumenten, 16 maart). Dynamisch gebiedHet stuifzandlandschap in de Loonse en Drunense Duinen is een dynamisch gebied dat voortdurend verandert. De wind zorgt voor een gevarieerd landschap van opgestoven duinen, uitgestoven laagtes, zandige, spaarzaam begroeide plekken en duinranden met grote hoogteverschillen. Om inzicht te krijgen over deze processen, maken de onderzoekers een reconstructie van de stuifzanddynamiek waarin de twee zomereiken de afgelopen eeuw zijn opgegroeid. Natuurmonumenten ondersteunt dit onderzoek in haar gebied van harte. De reconstructie kan helpen om meer inzicht te krijgen in het ontstaan van dit unieke landschap en daardoor ook tot de instandhouding ervan. Archief van het landschapHoutcellen en zandkorrels vormen als het ware het ‘archief’ van landschap. De wetenschappers analyseren ieder vanuit hun eigen discipline deze archieven. Zo verandert de celstructuur van bomen waneer ze overstoven raken. Dit heeft weer effect op het patroon van de jaarringen in de stam. Door van verschillende hoogten in de stam dwarsdoorsneden te maken en deze te analyseren, kan precies worden vastgesteld in welk jaar een bepaald deel van de boom onder het zand verdween, maar ook wanneer hetzelfde deel weer vrij is gekomen door bijvoorbeeld het wegstuiven van zand.Relatie tussen landschap, klimaat en zandverstuivingenDe zandkorrels worden met een speciale OSL-techniek (Optical Stimulated Luminescence) gedateerd. Hiermee kan men de exacte periode meten dat de zandkorrels niet aan zonlicht zijn blootgesteld, en dus door ander zand zijn afgedekt. De resultaten van het stam- en bodemonderzoek worden naast elkaar gelegd en zouden als het goed is moeten matchen. Samen geven ze een nauwkeurig beeld van hoe het stuifzand zich in de afgelopen eeuw rond de bomen heeft gedragen. De verwachting is dat het onderstuiven van de bomen een proces is geweest met dynamische periodes waarin veel zand werd afgezet, afgewisseld met periodes waarin de duinopbouw stil lag. Bij het uitgraven van de bomen wordt dan ook het bodemprofiel van het duin goed in kaart gebracht en wordt uit alle afzettingslagen een monster genomen. In de toekomst kunnen door slechts kleine boringen in de stam nog meer eiken in het stuifzandgebied worden onderzocht. Door al deze resultaten te vergelijken met de geschiedenis van de bosaanplant en het klimaat in De Loonse en Drunense Duinen, hopen de onderzoekers informatie te krijgen over de relatie tussen landschap, klimaat en het optreden van zandverstuivingen.