VNO-NCW vreest kosten EU-waterrichtlijn
- Gegevens
VNO-NCW vindt het onacceptabel om de overheidskosten van de invoering van de Europese Kaderrichtlijn één op één door te berekenen aan de belastingbetaler. In plaats van alleen verhoging van de rioolrechten en de waterschapsheffingen zou ook gekeken moeten worden naar efficiëntere bedrijfsvoering bij waterschappen en gemeenten (VNO-NCW, 30 maart). Uit onderzoek is gebleken dat de directe kosten van de invoering van de kaderrichtlijn voor het bedrijfsleven tot 2027 met 40 tot 95 miljoen euro per jaar zullen stijgen. Bedrijven betalen nu al gezamenlijk 350 miljoen voor waterzuivering. Het kabinet heeft al gekozen voor een langere invoeringstermijn (tot 2027), maar zou volgens VNO-NCW ook moeten kiezen voor een 'mildere' normering. De invoering van de kaderrichtlijn kost de overheid 7,3 miljard euro, naast de 6,7 miljard die nodig is om wateroverlast te voorkomen. Doorberekening van die kosten aan de belastingbetaler zou leiden tot een stijging van de waterbelastingen met 6 procent, terwijl dat normaal 2 procent is. VNO-NCW vindt dat plafond moet worden gehanteerd, bijvoorbeeld de inflatiecorrectie plus 2 procent.