VNG, IPO en UvW bereiken gezamenlijke visie Waterwet
- Gegevens
De VNG, het IPO en de UvW hebben overeenstemming bereikt over een gezamenlijke visie op de Waterwet en op de indirecte lozingen (VNG nieuws, 20 april). De overeenstemming betekent dat de drie instrumenten van toezicht wat de koepels betreft worden afgeschaft. De drie instrumenten zijn:de overstortvergunning de aansluitvergunningheffing op riooloverstortenVisieDe gezamenlijke visie over de Waterwet en de indirecte lozingen is:indirecte lozingen: het Waterschap houdt de bevoegdheid tot het geven van een zwaarwegend advies aan provincie en gemeenten en heeft handhavende bevoegdheden overstortvergunning: er komen algemene regels en nadere eisen voor kwetsbare wateren in plaats van de huidige vergunningverlening heffing op riooloverstorten: dit instrument vervalt omdat het geen meerwaarde heeft aansluitvergunning: dit instrument vervalt omdat het geen meerwaarde heeft bestuurlijke afspraken: gemeente en waterschap worden verplicht bestuurlijk afspraken te maken over de aanpak van waterproblemen in het gebied. Bij het uitblijven hiervan of bij tegenstelling is de provincie aan zet.Overige bespreekpuntenIn het Landelijk bestuurlijk overleg water kwam verder aan de orde:De VNG kan zich vinden in de versie van het nieuwe Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Een voorwaarde is wel het beschikbaar komen van rijksgeld. Ook zijn wij het eens met de aanpak van diffuse bronnen zoals bouwmaterialen en bestrijdingsmiddelen. Er zijn wel landelijke kaders nodig omdat verontreinigde bouwmaterialen niet verboden worden, terwijl ze wel het water kunnen verontreinigen. Bij landelijke kaders denkt de VNG aan algemene uitspraken wanneer een situatie een probleem is Met de Tweede Kamer is afgesproken dat, als de koepels samen tot oplossingen voor de knelpunten kunnen komen, de Tweede Kamer deze zal meenemen in het wetsvoorstel.De visie van de koepels kwam tot stand tijdens het Landelijk bestuurlijk overleg water (LBOW) van 16 april 2007.