ROTTERDAM - In december 2009 heeft Mourik Groot-Ammers de grondsanering van een zeer omvangrijk leidingtracé in de Rotterdamse haven afgerond. De kabels en leidingen bleven tijdens de ontgraving in bedrijf dus ieder risico op beschadiging moest worden voorkomen (Mourik, 12 januari).

 

Een lekkage heeft in 2002 gezorgd voor een omvangrijke bodemverontreiniging van een ondergrondse leidingstraat in het Rotterdamse havengebied waarin 34 pijpleidingen en kabels zorgen voor transport van onder andere olie en gassen. De leidingen liggen gemiddeld 2,5 meter diep en hebben een diameter van 4 tot 25 duim. Het tracé doorkruist het hele havengebied tot aan de Maasvlakte en duikt op deze plek onder de rivier de Oude Maas door.

Eerder is door de opdrachtgever getracht de sanering in-situ uit te voeren om het risico van beschadiging van kabels en leidingen te minimaliseren. Dit heeft niet het beoogde resultaat opgeleverd. Daarom is nu gekozen voor sanering door ontgraving van 17.000 ton grond tot circa 6 meter onder het maaiveld en aanvulling met schoon zand. De afgevoerde grond wordt volledig gereinigd.

De eigenaar van de lekkende afsluiter was verantwoordelijk voor de sanering en dus ook voor eventuele schades aan kabels of leidingen van derden. Deze zorgplicht vereiste een zeer zorgvuldige aanpak waarin beschadigingen aan leidingen waren uitgesloten. De maximaal toegestane verplaatsing van kabels of leidingen was 3 millimeter.

Mourik Groot-Ammers heeft op basis van haar ruime ervaring een plan van aanpak opgesteld waarin gedetailleerd aandacht is besteed aan risicobeheer ter voorkoming van schades aan de kabels en leidingen. Voorafgaand is intensief overlegd met de leidingbeheerders waarbij goede afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van het werk.

Eerst is met georadar alle ondergrondse infra zichtbaar gemaakt en gecontroleerd. Vervolgens zijn haaks op het leidingtracé handmatig proefsleuven gegraven om de leidingen in de bovenste 1,5 meter inzichtelijk te maken.

Als ondersteunende voorziening voor de leidingen is gekozen voor een beproefde methode die maximale veiligheid garandeert. Aan draagconstructies van damwanden en dwarsbalken werden de leidingen met spanbanden en takels opgehangen waarna ze zijn ingepakt in UV-werende folie en een houten frame om beschadiging door UV-licht en graafwerkzaamheden te voorkomen. Zo is ook de grond onder de leidingen afgegraven.

De ontgraving binnen een straal van 50 cm rondom de leidingen is uitgevoerd met vacuümtechniek door een grondzuigwagen. Waar nodig zijn de leidingen eerst voorzien van een nieuwe coating alvorens het tracé weer aan te vullen met zand.