De Europese Bodemrichtlijn is een schoolvoorbeeld van overbodige Brusselse regelgeving. Het kabinet moet alles in het werk stellen om deze richtlijn tegen te houden. Dat zegt LTO-bestuurder Antoon Vermeer in een reactie op de Europese Bodemrichtlijn, die de Europese Commissie vanmiddag in Brussel heeft gepresenteerd (LTO, 22 september).
Het voorstel heeft lange tijd op zich laten wachten, omdat de verschillende departementen van de Europese Commissie het niet eens konden worden over nut en noodzaak van de richtlijn. LTO vindt dat met de richtlijn leidende begrippen in de EU-wetgeving met voeten worden getreden. Wetgeving dient immers vastgesteld te worden op het meest geëigende schaalniveau (subsidiariteit) en bij maatregelen moet evenwicht bestaan tussen doel en consequenties (proportionaliteit).
Voorzitter Vermeer van de LTO Commissie Bodem, Water en Luchtkwaliteit noemt het onbegrijpelijk dat het dagelijks bestuur van de EU het voorstel toch doorzet. In de Europese Unie bestaan nu minstens 33 richtlijnen en verordeningen, die maatregelen voorschrijven ter bescherming van de bodem. De Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn zijn er voorbeelden van. Voorts zijn in ons land sinds de jaren ’80 al allerlei beschermende regels ingevoerd via de Wet Bodembescherming en bijbehorende besluiten en regelingen. Vermeer: ”Nederland kent in totaal zo’n duizend pagina’s nationale bodemwetgeving. Binnen de Europese Unie komen ruim driehonderd verschillende bodemtypes voor. Dit moet je in Europees verband niet willen regelen.”
Het belangrijkste bezwaar van LTO tegen de richtlijn is de verplichting om zones aan te wijzen met verontreinigde gronden, erosie en verdichting van de grond. In milieukundig opzicht voegt deze verplichting niets toe. Er komen slechts nieuwe maatregelenbij, terwijl de bodem al afdoende wordt beschermd. Nederland kent al diverse zones in het kader van ander beleid (ammoniak, stank), die als een lappendeken over elkaar heen liggen en onderhand alle ruimtelijke ontwikkelingen beperken of op slot zetten.
Per saldo leidt de Bodemrichtlijn tot meer bureaucratie en administratieve rompslomp, werkt deze kostprijsverhogend voor agrarische ondernemers en levert deze voor het milieu niks extra’s op. Het dringende advies van LTO aan het adres van staatssecretaris Pieter van Geel (VROM) is om komend jaar in de Milieuraad van de EU medestanders te mobiliseren. Met een blokkerende minderheid kan het voorstel dan alsnog naar de prullenbak worden verwezen.
