De VNG vindt dat een Europese kaderrichtlijn voor bodem geen hoge prioriteit heeft. Maatregelen moeten vooral op lokaal en regionaal niveau genomen worden (VNG.nl, 28 september).


In Nederland wordt het aantal regels verminderd en is het beleid gericht op terug dringen van administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Daarnaast vindt er een proces van decentralisatie plaats. De gemeenten in Nederland krijgen steeds meer bevoegdheden bij bodembeleid. De nationale overheid wordt steeds meer kaderstellend. Extra Europese normen zoals gekwalificeerde bodemkwaliteitsdoelen en gedetailleerd regels passen dan ook niet in deze ontwikkeling.

Dit heeft de VNG laten weten tijdens de internetconsultatie die de Europese Commissie heeft georganiseerd over haar voorstel voor een Europese bodemstrategie. Deze bodemstrategie richt zich op problemen die voor een groot deel niet voorkomen in Nederland. Er is sprake van acht bedreigingen: erosie, verontreiniging, compactie, afdichting, verlies van organische stof, verzilting, verlies van bodemdiversiteit en aardverschuivingen. In de Nederlandse context is echter maar één probleem van belang: bodemverontreiniging.

Als de Europese Commissie dit najaar de voorgenomen Thematische Strategie Stedelijk Gebied publiceert komt de VNG met een uitgebreid standpunt.