Het ministerie van VROM laat momenteel een landelijk inventariserend onderzoek uitvoeren naar het voorkomen van methyl tertiair-butylether (MTBE) verontreinigingen in Nederland (SenterNovem, 12 september).
Aanleiding voor het uitvoeren van dit onderzoek vormt het geconstateerde gebrek aan kennis omtrent de omvang van een eventuele MTBE-problematiek in Nederland. MTBE-verontreinigingen in grond- en oppervlaktewater zouden met name een probleem kunnen vormen voor de drinkwaterproductie.
Methyl tertiair-butylether
MTBE wordt sinds 1988 in Europa toegepast als loodvervanger in benzine. Door het wijd verspreide gebruik, het mobiele karakter en de verwachte geringe biologische afbreekbaarheid wordt verondersteld dat MTBE, als grondwaterverontreiniging aanwezig kan zijn op locaties waar benzine in de bodem terecht is gekomen. Het inzicht hierin ontbreekt echter. In Nederland is (in tegenstelling tot enkele andere Europese landen en de Verenigde Staten) nog zeer weinig onderzoek gedaan naar het voorkomen van MTBE-verontreinigingen in grond- en oppervlaktewater. Tot op heden zijn in Nederland twee onderzoeken over MTBE gepubliceerd. TNO heeft in 1999 een beperkt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van MTBE in de buurt van enkele benzinestations. Het RIVM heeft in opdracht van de VEWIN in 2001 meer dan 100 drinkwaterbronnen onderzocht.
Probleemstof voor drinkwatervoorziening
Het probleem met MTBE is niet de acute toxiciteit, want die is erg laag, maar het is een verbinding met een terpentine- of etherachtige geur die al snel voor geur- en smaakafwijkingen in water oplevert bij concentraties vanaf 5 à 10 ug/l. Omdat MTBE ook zeer goed oplost in (grond)water en nauwelijks bindt aan de bodem kan de stof zich zeer snel verspreiden in de bodem. Verontreiniging van grond- en oppervlaktewater kan hierdoor problemen opleveren voor de drinkwaterproductie. Behalve wijd verspreid gebruik in benzine wordt MTBE ook in Nederland geproduceerd en geëxporteerd, waardoor transport van een puur product plaatsvindt. Inzicht in de aanwezigheid van deze stof in de Nederlandse bodem en beleid hierop is daarom gewenst.
Landelijk onderzoek
De directie Lokale Milieukwaliteit en Verkeer van het ministerie van VROM is daarom een landelijk inventariserend onderzoek gestart naar het voorkomen van MTBE-verontreinigingen in de Nederlandse bodem.
Dit onderzoek wordt gefaseerd uitgevoerd. Na het uitvoeren van een dossieronderzoek (zoals literatuurstudie, interviews, enquêtes), waarbij ook gebruik wordt gemaakt van kennis en gegevens uit andere EU-lidstaten en de Verenigde Staten, vindt veld- en laboratoriumondezoek plaats op in totaal 60 locaties in Nederland. Dit betreft zowel recent gesloten als in gebruik zijnde tankstations als opslagdepots van benzine. In de laatste fase worden de verkregen resultaten vertaald naar de verwachte totale omvang van de problematiek in Nederland. Aan de hand hiervan zal een MTBE-beleidsnotitie worden opgesteld. Het project bevindt zich momenteel in de fase van de voorbereiding van het veld- en laboratoriumonderzoek.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Tauw en TNO. Het technische gedeelte van het project wordt namens VROM begeleidt door BodemBeheer BV. Bodem+ verzorgt projectondersteuning. In de begeleidingscommissie hebben de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), IPO (Inter Provinciaal Overleg), VNPI (Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie), NOVE (Nederlandse Organisatie voor de Energie branche), EFOA (European Fuel Oxygenates Association), COFIZE (Stichting Collectief Financieel Zekerheids Fonds), VEWIN (Vereniging van Waterbedrijven in Nederland), RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en VROM (voorzitter) zitting.
Voor meer informatie:
http://www.epa.gov/mtbe/
http://www.efoa.org/environment.html
http://www.umweltbundesamt.de/verkehr/kraftubst/additiva/mtbe.htm