Op 27 april hebben Stichting Reinwater en de de Waddenvereniging een klacht ingediend bij de Europese Commissie over het lozen van met het kankerverwekkende HCB vervuild baggerslib in de Rijn. Van 18 januari tot 17 februari is de zwaar vervuilde bagger in de Rijn geloosd (Waddenvereniging, 3 mei).
De lozingen bij de stuw van Iffezheim zijn stopgezet omdat de Duitse authoriteiten het vanwege de te hoge concentraties kankerverwekkend stoffen niet meer aanvaardbaar vonden. De baggerwerkzaamheden gaan wel door, maar de specie wordt voorlopig op de kant opgeslagen. Een milieuvriendelijker alternatief dat vooraf als onmogelijk werd betiteld.
Sinds 18 januari wordt het voor de stuw van Iffezheim opgehoopte slib gebaggerd. De baggerwerkzaamheden zijn noodzakelijk om voldoende waterafvoer te garanderen. Duitsland beloofde alleen het licht verontreinigde, verse slib te verwijderen en te lozen. Uit metingen bleek dat ook de zwaar verontreinigde oude sliblagen in de Rijn zijn geloosd.
Stichting Reinwater waarschuwde al eerder in de internationale Rijncommissie voor de risico’s van deze lozing. De vervuiling stroomt via de Rijn naar zee en vormt een bedreiging voor het drinkwater, de vissen in de rivier en natuurgebieden als de Waddenzee. De Stichting Reinwater en de Waddenvereniging hebben op 27 april officieel een klacht ingediend bij de Europese Commissie. Met de klacht zij bereiken dat de Europese Commissie bovenstroomse lozingen van gevaarlijke stoffen principieel afkeurt. Dit is in lijn met de Kaderrichtlijn Water, waarin ook expliciet wordt gesteld dat landen geen problemen mogen afwentelen en dat gemeenschappelijk aan de verbetering van de waterkwaliteit moet worden gewerkt.