De waterbodem bestaat uit bestanddelen van natuurlijke en onnatuurlijke oorsprong. Met bodemvreemde materiaal worden alle niet van nature voorkomende onderdelen van de bodem beschouwd (Verkeer en Waterstaat, 10 maart).


Deze worden vaak getypeerd als ‘grof vuil’. Voorbeelden zijn puin, fietsen, autobanden, plastics, metaal en hout. Bij de uitvoering van baggerwerk en verwerking van specie, leidt de onverwachte aanwezigheid van dit soort materialen vaak tot problemen zoals kostenverhoging, vertraging en overtreding van voorschriften. Dit laatste kan bijvoorbeeld plaatsvinden doordat tijdens het baggerwerk de grijper of vizierbak niet goed sluit en er een te grote vertroebeling optreedt.

AKWA biedt aan waterbeheerders een handreiking voor in situ onderzoek van de waterbodem, waarmee behulp van bestaande technieken een verbeterd inzicht kan worden verkregen in de mate waarin ‘grof vuil’ voorkomt in een waterbodem. De handreiking is primair geschreven voor de Rijkswateren, maar biedt andere waterbeheerders zeker een goed uitgangspunt.

De handreiking is medio maart de bestellen bij Cabri (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.) en is nu al beschikbaar via onderstaande link.

Klik hier om de handreiking grof vuil in waterbodems down te loaden.