Aan mij de eer om op World Soil Day, vandaag 5 december, een column te mogen schrijven voor Bodemnieuws. Als 5 december nadert heb je in eerste instantie heel andere dingen aan je hoofd dan wereldbodemdag, zeker als je kleine kinderen hebt. Voor het eerst sinds jaren hoef ik geen gedichten te maken en dus heb ik genoeg inspiratie over voor deze column. Heb nog even overwogen om er een gedicht van te maken maar heb daar toch maar vanaf gezien. Ik behoor namelijk tot die 25% van de Nederlandse bevolking die daar jaarlijks tegenop ziet. (Peter van Mullekom, 5 december)
-
World Soil Day is, voor wie het niet weet, een initiatief van de IUSS (International Union of Soil Sciences) uit 2002. Elke zichzelf respecterende bodemkundige vereniging in de wereld is hierbij aangesloten. De datum is gekozen omdat het de geboortedatum is van de voormalige koning van Thailand Bhumibol die een van de voorvechters was van dit initiatief. Uiteindelijk na veel lobbyen (o.a. door de FAO) is in december 2013 “5 december” door de United Nations officieel tot World Soil Day verklaard. Niet in elk land vieren ze Sinterklaas blijkbaar.
-
In Nederland wordt veel te weinig aandacht besteed aan deze dag maar gelukkig gaat daar verandering in komen. Nog voor de 10e wereldbodemdag is er een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin aan onze bestuurders wordt uitgelegd hoe belangrijk water en bodem zijn voor de indeling van ons land. De brief begint heel voorzichtig met uitleggen hoe dat nu precies zit. De inhoud en het niveau van deze inleiding doet me denken aan hoe je aan kinderen van de basisschool het belang van water en bodem uitlegt. Blijkbaar moet dat zo met bestuurders, maar ik snap het wel: je moet het simpel houden om het duidelijk te maken.
-
Na deze eenvoudige inleiding heb ik met belangstelling de uitgangspunten voor het toekomstige beleid gelezen. Het eerste uitgangspunt gaat over “ niet afwentelen op toekomstige generaties”. Ik voel een enorme plaatsvervangende schaamte opkomen eerlijk gezegd. Hoewel het vanzelfsprekend een heel goed uitgangspunt, is het volstrekt in tegenspraak met het milieu- en klimaatbeleid van de laatste jaren. Ik hoef de voorbeelden denk ik niet te noemen. Het derde uitgangspunt gaat over “niet afwentelen van privaat naar publiek”. Daar heb ik ook een beetje een naar gevoel bij eerlijk gezegd. Wat mij betreft zijn we daar bij bodem inmiddels te ver in doorgeschoten. De overheid doet zelf al weinig tot niets meer aan bodemverontreiniging. Deze praktijk van de laatste jaren is nu ook vastgelegd in de Omgevingswet en dat betekent dat de verantwoordelijkheid en de kosten bij de initiatiefnemers liggen. En dat is ook begrijpelijk maar niet vanzelfsprekend als dat in grond van de overheid (in de openbare ruimte) gebeurt.
-
Ondanks wat kritische noten onderken ik het grote belang van het principe dat water en bodem meer sturend moeten zijn voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Als we het met z’n allen eens worden over hoe dat dan moet, zorgen we ook daadwerkelijk voor een veilige en toekomstbestendige samenleving.
Peter van Mullekom (LinkedIn)
Voorzitter Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn