Het zat er vorig jaar al aan te komen, maar 8 januari begon dan toch echt de vervanging van het riool in mijn straat. Het weer zat mee (koel maar droog), dus na twee maanden met een “zandbak” voor de deur, is het leed nu geleden. Er ligt een nieuw riool, de straat is 10 tot 20 cm opgehoogd en de straattegels liggen weer op hun plek. Ook mijn voortuin heb ik deels moeten ophogen en herplanten, omdat er ook een nieuwe verhoogde rioolaansluiting naar het huis nodig was. De boom naast de huisdeur, een wegedoorn, moest helaas sneuvelen. Maar eind goed al goed. (Anton Roeloffzen, 6 maart)

Foto Anton 16feb10

Al met was er de mogelijkheid een inkijkje te krijgen in de bodem onder mijn straat, al wist ik hierover al veel op basis van de ophooghistorie van de wijk, een eigen bodemboring tot 6 meter diepte toen ik er kwam wonen in 1984, en wat ik elders al had gezien bij wegwerkzaamheden en het heien van palen.

Zomer vorig jaar werd er een geotechnisch onderzoek verricht in een parkeervak nabij mijn woning. Ik mocht meekijken in de sondeerwagen en aan de hand van de conus- en de wrijvingsweerstanden was goed te zien hoe de ondergrond is opgebouwd. Na de passage van de circa 1,2 meter dikke zandige ophooglaag en een dunne moerige kleilaag volgde er 6 meter “dik water”, een bodemlaag die meer dan 60% water bevat. Te zien aan de zeer lage conus en wrijvingsweerstanden en ook het zeer lage quotiënt van beide. Eronder zat een enkele meters dikke leemlaag (Calais-I) en hieronder een dikke veenlaag (Basisveen). Op ruim 14 meter diepte begon het pleistocene zand met hierop een dunne leemlaag (Eemafzetting).

Dit komt overeen met de bevindingen uit 1984 van mijn eigen bodemboring in de achtertuin. Onder de ophooglaag van teelaarde en pleistoceen zand uit de Zevenhuizerplas zit een dunne moerige kleilaag en daaronder een zandige laag, meer water dan grond. En tijdens hijwerkzaamheden aan de overkant van de tocht in de negentiger jaren zakte de heipalen spontaan 6 meter na passage van de ophooglaag. Het heiblok sloeg dan af en kon weer worden opgestart nadat het spontaan dalen van de paal was gestopt.

Onder de ophooglaag zit het oorspronkelijke bodemprofiel van de droogmakerij Prins Alexander, een “ plaseerdgrond”. Dit bodemtype komt alleen voor in de droogmakerijen van west-Nederland. Het verklaart ook waarom de bodem de eerste 5 jaar meer dan 5 cm per jaar zakte, toen ik hier kwam wonen. Hier werd gebouwd buiten de loswal Oosterflank, die vijf jaar eerder werd opgespoten en van zandpalen in de ondergrond werd voorzien voor het versneld voltooien van de initiële zetting. Het woonblok, waarin mijn huis staat, ligt buiten de loswal en werd met 50 cm zand opgereden kort voor de bouw begon. De straatzijde werd voorzien van 50 AVI-slak om hier met zware machines te kunnen werken. Deze laag was goed te zien onder de bestrating en 50 cm zand tijdens de rioolaanleg (zie foto). Vijf jaar na de bouw in 1985 waren de straat en alle nutsleidingen en –kabels al zoveel gezakt dat een volledige straatrenovatie noodzakelijk was. We groeven toen iedere drie maanden het afgebroken riool op om dit te herstellen. En we bleven grond kruien in de achtertuinen.

Nu, 38 jaar later moest de straat 10 tot 15 cm worden opgehoogd. Er is dus gemiddeld sprake geweest van 2,6 tot 3,9 mm/jaar zetting geweest en dat is acceptabel. Wel was het riool doorgroeid met bomwortels en zo’n 50 cm ongelijkmatig gezakt, evenals de rioolaansluiting. Beide moesten dus worden heraangelegd, maar de aansluiting op het huis bleek na 38 jaar niet te zijn afgebroken.

Maar we blijven wel zakken, want het evenwicht tussen de neerwaartse gronddruk van de ophooglaag en de opwaartse kweldruk uit de ondergrond is precair.

20230306 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn