Grondwater is weer hip. Nu zelfs de machtigste eiken na een salvo gortdroge zomers het loodje leggen terwijl in het naastgelegen weiland de irrigatiehaspels staan te dampen van inspanning, begint de stroom aan rapporten over ons grondwater ook stevig op gang te komen. De Brabantse droogtecommissie publiceerde afgelopen najaar een stevig boekwerk, gevolgd door de interbestuurlijke studiegroep grondwater, en binnenkort zal mijn oude werkgever de Unie van Waterschappen haar grondwatervisie presenteren. Als ‘grondwaterliefhebber’ en betrokkene bij veel van deze rapporten is het een mooie tijd, en ook in mijn nieuwe baan probeer ik zoveel mogelijk excuses te verzinnen om me tegen het grondwaterbeheer aan te mogen bemoeien. (Daan Henkens, 13 maart)

Foto DaanHenkens 02

Maar soms wordt het me, zoals zoveel van mijn generatiegenoten, wel even teveel. Dan staar ik met verstijfde reeënoogjes in de koplampen van de wettelijke doelstellingen die in nietsontziende vaart op ons af komen denderen, en hoor ik de spreekkoren van kritiek op ons hopeloos complexe grondwaterbeheer aanzwellen. Je herkent het misschien wel, de doelen zo ver weg, de polarisatie zo groot… gaan we dit wel halen?

Er is een oplossing voor dit gevoel. Het kwam bij het inpakken van mijn oude werkplek uit de boekenkast rollen en heet “Oppervlaktewaterbeheer in relatie tot grondwaterbeheer – rapport van de Werkgroep relatie oppervlaktewaterbeheer – grondwaterbeheer.” Gedateerd: maart 1990. Constatering 1: Halleluja wat hebben we een duizelingwekkende ontwikkeling doorgemaakt als het gaat om het verzinnen van pakkende titels van rapporten. Constatering 2: verder is er niets veranderd. Ik vind mezelf aardig gegroeid sinds het moment dat ik als peuter rillend bij de gaskachel van ons vakantiehuis zat. De mensen die zich in de tussenliggende decennia met grondwaterbeheer hebben beziggehouden zullen misschien – veelal vanuit hun incontinentiebestendige fauteuil in hun aanleunwoning – terugkijken op een bewogen en productieve carrière, maar ik heb nieuws voor u:

Er is geen nieuws.

Alle hete hangijzers van vandaag, alle ideetjes voor samenbrengen van bevoegdheden onder één overheid… alles staat erin. Of dit goed nieuws is of slecht nieuws laat ik aan u, maar bij het lezen van de aanbevelingen van de archaïsche werkgroep van de mr’s en ir’s heb ik hoofdschuddend zitten grijnzen. Hoofdschuddend, want het is ronduit gênant dat we 33 jaar verder constateren dat we in het beste geval een rondje hebben gemaakt, en in het slechtste geval geen stap hebben gezet. Grijnzend omdat het de ernstige gezichten van mijn collega’s, de gewichtige vuisten op tafel in de Haagse grondwateroverleggen en mijn eigen kopzorgen bijna tot komedie relativeert.

Een directeur zei in zijn kerstspeech ooit dat we met zijn allen vooral de goede kant op moesten modderen. Gelijk heeft hij. Of we de doelen halen durf ik nog niet te zeggen, maar al kunnen we één van deze aanbevelingen afvinken; ik zie reden voor een feestje want dan zijn we verder dan we in decennia zijn gekomen!

20230313 Column Daan

Daan Henkens

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: LinkedIn