In Rotterdam huurden 44 volkstuinverenigingen grond van de gemeente Rotterdam, of liever gezegd via een tussenorganisatie, de SVIN. Omdat deze organisatie ermee is gestopt sinds begin dit jaar, wordt er door bijna alle verenigingen samen onderhandeld met de afdeling Vastgoed van de gemeentelijke dienst Stadsontwikkeling over een nieuw huurcontract. En dat valt niet mee. (Anton Roeloffzen, 1 mei)
Aanleiding om tot een directe relatie te komen tussen de gemeente en de individuele volkstuinverenigingen, was een rapport van juli 2021, waarin de gang van zaken rond volkstuinverenigingen werd geëvalueerd. De tussenorganisaties, eerst de Rotterdamse Bond van Volkstuinders en hierna de SVIN, waren aan financieel wanbeheer ten onder gegaan. 38 van de 44 verenigingen functioneren naar behoren. Eén volkstuinvereniging liet criminele activiteiten toe en vijf andere verenigingen hadden besturen, die werden bedreigd en/of niet in staat waren de (bouw)regels te handhaven. Omdat de gemeente altijd via tussenorganisaties grond heeft verhuurd aan volkstuinverenigingen, hadden zij geen enkel zicht op deze problemen. En dat geldt ook voor de afdeling Bouw- en woningtoezicht en de politie. Boa’s wisten meestal niet eens af van het bestaan van de volkstuinparken.
Intussen liggen er nieuwe contractvoorstellen, verdeeld over zes documenten, die bol staan van de regels. En geregeld zijn deze ook nog eens met elkaar in strijd, dan wel in strijd met de wet- en regelgeving. Alle verantwoordelijkheden en (bodem/handhavings)problemen worden bij de besturen van de verenigingen gelegd. Zo worden zij zelf verantwoordelijk geacht voor de sanering van alle sterk verontreinigde grond op hun volkstuinparken. En dat kan natuurlijk zo niet!
Wat als het volkstuinpark is aangelegd op een oude onderhoudsbaggerloswal, zoals VTV De Wielewaal op Zuid? Daar kun je natuurlijk de volkstuinvereniging niet verantwoordelijk voor stellen, want deze sterk verontreinigde bagger is in opdracht van het gemeentelijke havenbedrijf opgespoten en de loswal is vervolgens aan de volkstuinvereniging verhuurd in een tijd dat er voor bodemverontreiniging geen aandacht was. Op grond van een arrest van de Hoge Raad kan alle bodemverontreiniging, veroorzaakt voor 1975, niet worden verhaald op een veroorzaker. Ook alle volkstuinparken, waar tot 1966 op grote schaal koolassen zijn toegepast op wegen en paden, vallen onder dit arrest. Het gaat veelal om volkstuinparken ontstaan in de dertiger tot vijftiger jaren van de vorige eeuw, waar door koolasresten de bodem sterk verontreinigd is geraakt met lood. En als een volkstuinvereniging later is opgericht, dan kan alle bodemverontreiniging, ontstaan voor de oprichtingsdatum, natuurlijk ook niet voor risico zijn van het verenigingsbestuur, maar is de gemeente als verhuurder verantwoordelijk.
Het moge duidelijk zijn dat de betreffende artikelen in het huurcontract drastisch moeten worden herzien en ik heb daarvoor inmiddels voorstellen ontwikkeld. Maar er is veel meer wat anders moet. Zo moet er een werkbaar handhavingskader komen, waarin de gemeente ook een rol heeft, en moet er ruimte komen voor ecologisch beheer van de volkstuinparken in plaats van het traditionele schoffelen en maaien.
Het worden nog taaie onderhandelingen met een gemeentelijke dienst met weinig leervermogen. Al ruim 20 jaar geleden heb ik ze, als gemeentelijke bodembeleidsambtenaar, gewezen op de verplichtingen, die je als “professionele grondboer” hebt bij de verhuur en verkoop van verontreinigde grond. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor verhuurde sterk verontreinigde volkstuingrond, zover deze niet aantoonbaar door individuele tuinders is veroorzaakt. En zij dient de bodemonderzoeken, inmiddels op bijna alle volkstuincomplexen gedaan, te verstrekken aan de verenigingsbesturen, zover ze niet kunnen worden verkregen via de website van de DCMR/Milieudienst Rijnmond.
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel met de gemeente. De DCMR en de GGD hebben een folder ontwikkeld met praktische teeltadviezen voor tuinders, die zitten op grond met een loodverontreiniging boven de norm van 370 mg/kg ds. Deze overheidsdiensten nemen wél hun verantwoordelijkheid. Zo kan het dus ook.
Anton Roeloffzen
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn