Het leven van een Bodemnieuws columnist is nog niet zo makkelijk. Hij of zij hinkt vaak op verschillende gedachten. Een column hóéft niet actueel te zijn (daarvoor heb je het nieuws in de brief) maar als columnist wil je ook niet te ver achter de feiten aanlopen. Beschouw je de waan van de dag op gepaste afstand of kies je voor vers van de pers? (Arne Alphenaar, 10 juli)
Het grondwater onder Chemours bevat meer PFAS dan gevreesd, afgelopen donderdag was wereldwijd de warmste dag ooit, de plastic conferentie in Parijs constateert dat de industrie het verzet tegen (te) strenge milieueisen leidt. En, wat gebeurt er met de bodem en het water nu het kabinet het stuur loslaat? Er ligt genoeg inspiratie in het ‘vers van de pers’-vak.
Met een beetje goede wil denkt u als lezer van bodemnieuws ‘aardig geformuleerd, wist ik al’. De reactie van veel buitenstaanders zal, vrij naar Hans Teeuwen, een stuk minder beleefd zijn: Echt waar joh, 'Boeiend, boeiend, boeiend, interessant! Ik hang aan je lippen, ga doooooooor?!'.
Onze zorg voor een vitale bodem is voor hen de zoveelste transitie die niet van de grond komt, verlies aan biodiversiteit is gewoon een extra crisis die we zonder al te veel problemen voor ons uit schuiven. Of, erger, iets waarvoor geen middelen beschikbaar komen omdat we het echt gezamenlijk moeten oppakken. De bodem lééft niet.
Als we de bodem ook maar een beetje willen laten sturen moet dat veranderen. En zo kom ik via een omweg in mijn voortuin. Een voormalige overbemeste volkstuin die ik sinds 2016 ‘verschraal’. (On) kruiden komen langzaam terug, (on)gedierte tiert welig, de bodem komt letterlijk weer tot leven. Het maakt mij meer dan alle stikstof data en neerslag gegevens bewust van onze invloed op onze leefomgeving.
Ik besef dat niet iedereen een (volks)tuin heeft, maar zien, horen en ruiken maakt meer bewust dan alle goedbedoelde voorlichtingscampagnes en onheilstijdingen bij elkaar (lees ook de column ‘natuurchaos’ van Lisanne). Als we echt iets willen veranderen moeten we natuur toegankelijk maken. Mensen moeten de bodem zien, voelen, ruiken. Soms zal dat een klein beetje afbreuk doen aan de ongereptheid. Maar, wat niet weet, wat niet deert, wie niet weet, wie niet beheert.
Zodra (bijna) iedereen kan genieten van groen in en buiten de stad wordt duurzaam beheer vanzelf belangrijk. En kunnen we het beheer weer met een gerust hart overlaten aan de mensen die dat door de eeuwen heen hebben gedaan. En kunnen de bodemnieuws columnisten zonder schroom blijven schrijven over hun eigen “achtertuin”.
Arne Alphenaar (TTE Consultants)
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn