Er is een stille revolutie gaande in de bouwwereld. Die heeft nog geen mooie Nederlandse naam, maar die zal wel komen. Het gaat om ‘biobased bouwen’, waarbij men zoveel mogelijk gebruik maakt van materialen die in een overzichtelijk tijdsbestek weer ‘aangroeien’. Dat kunnen bomen zijn, vezels van hennep, olifantsgras en lisdodden en wol. Het is een mooi voorbeeld van circulaire economie waar volop wordt bespaard op niet hernieuwbare grondstoffen. (Theo Edelman, 17 juli) 

Foto Theov3

Deze revolutie komt natuurlijk niet automatisch tot stand, er is een hele keten voor nodig. Van architecten die nieuwe ontwerpen maken, boeren die de gewenste producten telen, loonwerkers die de producten kunnen zaaien, planten en oogsten, verwerkers die er onderdelen van gaan maken, bouwers die het gebouw in elkaar zetten en consumenten die graag biobased willen wonen. In sommige gebieden in Nederland begint deze keten op gang te komen. Verschillende banken zijn hier al voorstander van, met bijvoorbeeld kortingen op hypotheken voor een biobased huis. De markt kan dit goeddeels zelf kan regelen, wellicht kan de overheid hier en daar faciliteren om de aanpak te versnellen.

Biobased bouwen kent veel voordelen. Het is gunstig voor het klimaat, de bodem en de biodiversiteit. De nu nog gangbare bouw zorgt voor een grote uitstoot van broeikasgassen. Denk maar aan de productie van staal, cement en bakstenen. Biobased bouwen zorgt juist voor opslag van organische stof in de bodem en in het product. Diep wortelende gewassen als olifantsgras en hennep verbeteren de structuur van de bodem en zorgen voor een toename van de hoeveelheid organische stof, waardoor meer water kan worden opgeslagen en ook beter kan worden afgevoerd. Bij de teelt van lisdodden kan de grondwaterstand omhoog, wat bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen tegengaat. Deze gewassen hebben geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig, waardoor ook nog eens de waterkwaliteit wordt bevorderd. En de materialen zijn lichter dan stenen en beton, wat weer veel stikstof scheelt bij het bouwen.

Op het internet vond ik verschillende berichten over leem en klei. Dat zijn natuurlijke materialen, maar niet ‘biobased’. Er zijn voorstanders om deze materialen in dit kader ook te benutten, mits zij snel ‘aangroeien’ door sedimentatie. Waarom ook niet? Het is een reden om zuinig om te gaan met opgebaggerd sediment en dat niet rücksichtslos in depots te bergen. 

Zouden we een betere naam kunnen bedenken voor Biobased bouwen? Ik vind het een prima werktitel, maar denk dat er een beter Nederlands equivalent te vinden moet zijn. Bio Logisch bouwen, Organisch bouwen? Wie het weet mag het zeggen.

Nadelen van biobased bouwen? Ik zou ze niet kunnen bedenken. Wat mij betreft gaan we aan de slag. Waar wachten we nog op? Toch niet op verkiezingen en een kabinetsformatie?

Fijne vakantie!

20230717 Column Theo

Foto Bouwgroep Dijkstra Draisma.

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier: LinkedIn