Deze zomer krijg ik een tijdelijke huisgenoot. Een vriendin uit Parijs komt een paar weken bij mij logeren en werken, in de hoop de hectiek van de olympische zomerspelen in haar woonplaats te ontvluchten. En dus moet ik aan de bak. Want die extra kamer in mijn huis is de laatste jaren als gevolg van verbouwing, ruimte maken voor een thuiskantoor, enzovoort, langzaam volgestapeld met dozen en spullen. Ze zijn daar beland om ‘later’ een keer uit te zoeken.

Maar die kamer moet over een paar weken bewoonbaar zijn. Ik moet dus dozen doorspitten, bepalen wat de kwaliteit van de spullen is die erin zitten en bepalen welke spullen ik wil bewaren voor mezelf, en welke spullen hergebruikt kunnen worden door anderen. Dat is niet even een klusje van een uur, daarom ben ik nu al aan de slag gegaan. ‘Later’ is vandaag al begonnen.

Ik kan het niet laten de vergelijking te trekken naar de basisregistratie ondergrond (BRO). Ook daar begint ‘later’ vandaag al.(Ingeborg van Oorschot, 1 Juli)

De reacties op de catalogi voor Milieukwaliteit die zijn opgehaald in de publieke consultatie zijn inmiddels allemaal doorgenomen en verwerkt. De aangepaste catalogi zijn recent aangeboden ter vaststelling. De komende maanden gaat ons standaardisatie team nog door, maar de focus verschuift naar bouw en ketentesten.

Eind van het jaar hopen we samen met softwareleveranciers genoeg ervaring te hebben opgedaan voor een soepele roll-out van de aanlevering. Domein milieukwaliteit wordt naar verwachting per 1 juli 2025 opgenomen in de regelgeving, maar bronhouders kunnen al eerder starten met aanleveren van de bestaande gegevens als ze dat willen (IMBRO-A regime). Voor hen is ‘later’ ook al begonnen.

Om te kunnen aanleveren moet je weten wat je in huis hebt en welke gegevens voldoen aan de standaard. Hier gaat het – net als in mijn logeerkamer - om ‘doorspitten’ van je dataset, bepalen wie de bronhouder is en of kan worden voldaan aan de minimale eisen. En dan gaat het er ook nog om waar je data is opgeslagen. Veel bestuursorganen – de bronhouders voor BRO - hebben het beheer van bodeminformatie immers overgedragen aan omgevingsdiensten.

In het najaar organiseert BRO een aantal regiobijeenkomsten waarbij ruim aandacht zal zijn voor domein milieukwaliteit. Ik raad je aan om de website te checken en je aan te melden.

Het opleveren van de catalogi was ook voor mij een belangrijke mijlpaal. Zijn we gekomen waar ik had gehoopt te zijn? Ik heb al eens eerder geschreven dat ik inmiddels alweer bijna 20 jaar meewerk aan een manier om gegevens over de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem centraal, gestandaardiseerd en openbaar beschikbaar stellen. En ik kan eerlijk zeggen: waar BIELLS en Bidon zijn gestrand, daar is BRO nu wel geslaagd. Een hele stap, en ik kijk uit naar de verdere implementatie.

Een hele stap, maar we kunnen nog beter; we hebben in dit standaardisatietraject keuzes moeten maken, en het blijft spannend of alles in de praktijk gaat werken zoals we nu bedacht hebben. En ik blijf de komende jaren graag meedenken over hoe we de gegevens zorgvuldig naar de BRO kunnen brengen. Dat ik daarnaast nog meer kansen zie voor dit domein in de toekomst, dat is de glanzende stip aan de horizon. Voor ‘later’.

20240701 Column Ingeborg

Doorgrond Advies

LinkedIn

Reageren op deze column kan hier: Linked