Als inwoner van Rotterdam aan de uiterste stadsgrens direct tegen de buurgemeente Capelle aan den IJssel, ben ik nauw betrokken bij deze gemeente. Immers het Schollebos, een mooi parkbos midden in Capelle, is voor mij maar 5 minuten lopen en bezoek ik regelmatig. Als natuurliefhebber gaat het beheer van dit stadsbos gaat mij aan het hart; niet voor niets ben ik bestuurslid geworden van de Stichting Natuurvrienden Capelle en omgeving, opgericht om het beheer van dit parkbos en ook het andere openbaar groen te verbeteren. En dat ging tot zo’n 5 jaar geleden geregeld niet goed. (Anton Roeloffzen, 11 maart)

Inmiddels is ook in deze gemeente de knop om. Mede door de vraag van burgers naar meer groen, het alarmerende verlies aan natuurwaarden en de problemen als gevolg van klimaatverandering. En vanwege de noodzaak veel woningen te bouwen in het bestaande stedelijke gebied is de uitdaging groot: hoe ook de instandhouding van voldoende en biodivers openbaar groen te waarborgen?

De gemeente werkt nu aan een Groenbeleidsplan en betrekt de Capelse burger hierbij vanaf het begin. Een uitgelezen kans voor de Stichting Natuurvrienden om haar deskundigheid in te zetten met adviezen over hoe dit vorm te geven. Zo hebben we advies gegeven over een groen-blauw natuurnetwerk, de monitoring van de biodiversiteit, het beheer van openbaar groen en natuurlijke oevers.

Aan mij de taak een advies te geven over een gezonde bodem in de gemeente. Want hoewel een groot deel van het stedelijk gebied relatief jong is, van na 1960, kampt Capelle met veel bodemproblemen.

Allereerst is het draagvlak van de bodem slecht. Niet verwonderlijk voor een gemeente op laagveen. Alle gebouwen moeten dus worden onderheid, voor 1960 vooral met houten palen, erna vooral met betonnen palen.

Door verkeerd en te snel bouwrijp maken in het verleden blijft de bodem flink dalen en komt het grondwater omhoog. Met als direct gevolg het versneld ophogen van straten, plantsoenen en tuinen, vervangen van riolen en straatbomen, net nu die eindelijk groot zijn en bijdragen aan het tegengaan van hittestress. Dat kost erg veel geld en leidt tot veel overlast voor de burger.

Woonwijken zijn vaak te stenig en er is minder dan 5% oppervlaktewater aanwezig. Dit wordt nog verergerd door bewoners, die hun tuinen geheel verharden en door de verdichtingsopgave ten behoeve van woningbouw. Het risico van wateroverlast tijdens hoosbuien wordt daarmee steeds groter. En de hittestress neemt toe, want de klimaatverandering zet door.

En dan is er nog het probleem van de bodemverdichting. Onder wegen is dat natuurlijk noodzakelijk, maar bij (straat)bomen en in het openbaar groen nu juist ongewenst. Door het gebruik van te grote en zware machines op te natte grond tijdens bouwprojecten en groenonderhoud wordt dit probleem steeds groter.

Tenslotte is het maaibeheer een probleem. Te vaak worden graslanden geklepeld en laat men het groenafval liggen. Zo ontstaan soortenarme verruigde graslandvegetaties en neemt de biodiversiteit binnen de gemeente steeds meer af. Lekker goedkoop maar desastreus voor de biodiversiteit.

En Capelle is hierin niet uniek. In veel gemeenten is sprake van een vergelijkbare situatie. En voor gemeenten met oude kernen en vooroorlogse wijken komt daar nog diffuse bodemverontreiniging met zware metalen nog bij. Het is van belang dat overal de knop omgaat. We hebben Capelle de volgende adviezen gegeven:

  • - Gebruik in zettingsgevoelige wijken lichte ophoogmaterialen onder op te hogen straten, zoals schuimglas (meest effectief!), Yali-bims, kleikorrels of piepschuim.
  • - Ontsteen de buitenruimte waar mogelijk. En faciliteer de aanleg van geveltuinen door bewoners.
  • - Voorzie parkeerplekken van waterdoorlatende verhardingen in plaats van straatklinkers.
  • - Stimuleer bewoners hun tuin te vergroenen en een (kleine) boom in de tuin te planten met de Actie steenbreek of tegelwippen. En is het politiek haalbaar te verbieden dat meer dan 50% van de tuin wordt verhard?
  • - Realiseer zo mogelijk extra oppervlaktewater, in de woonwijken zelf of in direct aangrenzende parken en plantsoenen. Ook het verbreden van bestaande singels en de aanleg van wadi’s in plantsoenen helpt.
  • - Leg bij straatrenovaties drainagebuizen aan bij de riolen, die in directe verbinding staan met naburige singels voor betere grondwateregulatie in natte én droge periodes. Vooral voor wijken met houten funderingspalen is dit van groot belang.
  • - Promoot en subsidieer regentonnen bij woningen. Deze vangen water op, dat kan worden gebruikt voor de eigen tuin in droge periodes. Ook het afkoppelen van de hemelwaterafvoer naar een infiltratieplek of vijver in de eigen tuin is zeer effectief.
  • - Probeer bij straatrenovaties de bestaande straatbomen zoveel mogelijk te sparen en als dat niet kan, plant bomen in bakken, die bij een volgende straatrenovatie kunnen worden teruggeplant en zo alsnog oud kunnen worden.
  • - Werk met lichtere machines bij onderhoud van openbaar groen en gebruik ze niet als de bodem te nat is. En werk meer met brede rijplaten bij werkzaamheden; plaats geen zware materialen onder bomen.

Deze adviezen zijn ook voor alle andere gemeenten in Nederland nuttig. Immers, overal zitten we moet de gevolgen van klimaatverandering. En gelukkig wordt er op steeds meer plekken gebruik gemaakt van dit soort oplossingen. Al deze maatregelen helpen gemeenten meer klimaatproof te maken.

En niet te vergeten een compliment voor de gemeente Capelle aan den IJssel, die bij het maken van beleid al in het voortraject de burger hierbij betrekt. Zo is het bedoeld in de omgevingswet.

20240910 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn