De afgelopen 6 jaar ben ik intensief betrokken geweest bij het Programma Versterking Bodemstelsel, al vanaf de eerste opzet en de analyse van het hele stelsel door onze collega’s van Witteveen+Bos. Voor de branche was het noodzakelijk om zeer actief in het programma te participeren gezien het potentiële effect van de voorgestelde maatregelen op het werk van adviesbureaus. In de overleggen met het ministerie, ILenT en andere stakeholders heb ik vanzelfsprekend de belangen van de branche behartigd maar zeker en juist ook het algemeen belang van een beter functionerend stelsel voor ogen gehouden. (Peter van Mullekom, 17 februari)
Nu het programma is afgerond kijk ik met gemengde gevoelens terug op het proces en de bereikte resultaten. Enerzijds zeer positief maar anderzijds blijft het gevoel dat we er meer uit hadden kunnen halen. Maar goed, dat kan altijd nog de komende jaren want we blijven met elkaar in overleg en houden elkaar scherp om er voor te zorgen dat Kwalibo een nog beter functionerend stelsel blijft.
In mijn vorige column ben ik kritisch geweest (misschien te) omdat er in mijn ogen wel veel gesproken was met elkaar maar nog te weinig was veranderd. Degenen die mij een beetje kennen weten dat ik ongeduldig wordt als er in mijn ogen te weinig resultaten worden geboekt. Ook kan ik er slecht tegen als maatregelen worden doorgevoerd die onvoldoende worden onderbouwd en in mijn ogen niet direct bijdragen aan het doel van het programma. De uitspraken die ik dan doe zijn niet altijd politiek correct maar hebben altijd de positieve intentie om het functioneren van het stelsel te verbeteren.
Dus ondanks kritische noten van mijn kant over wat er bereikt is ben ik toch tevreden over het resultaat en ben ik van mening dat het programma een succes is geworden. Door allerlei incidenten in een vrij korte periode ontstond destijds een sfeer van gebrek aan vertrouwen vanuit de overheid richting de certificaathouders in het Kwalibo-stelsel. Die sfeer is er niet meer hoewel we stevige discussies hebben gevoerd en we het niet altijd met elkaar eens werden. Door veel met elkaar te praten over allerlei onderwerpen is er wederzijds meer begrip ontstaan voor elkaars positie en elkaars standpunten. Hierdoor is er een stevig fundament ontstaan voor verdere samenwerking in de toekomst.
Dat we blijvend met elkaar moeten blijven communiceren is voor mij evident. Zoals Arthur de Groof in de ENBO – nieuwsbrief aangeeft: met kwaliteit ben je nooit klaar. En dat realiseren we ons binnen de adviesbranche, en zeker bij de VKB, maar al te goed. Los van voortdurende aandacht voor kwaliteit hebben we ook nog wel een aantal open eindjes met elkaar af te ronden, zoals de discussie over de informatie-uitwisseling tussen CI en ILenT en de discussie over Advies in Kwalibo. Maar in de toekomst zullen er voortdurend onderwerpen te bespreken zijn omdat nu eenmaal normdocumenten voortdurend worden gemoderniseerd of aangepast aan nieuwe wet- en regelgeving.
Peter van Mullekom (LinkedIn)
Voorzitter Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn