De verkiezingskoorts is nu in alle hevigheid losgebarsten. Alle partijen profileren zich op wat zij belangrijke punten vinden. Beperking van de vluchtelingenstroom is voor veel partijen eerste prioriteit. En alle partijen zijn voor het sterk vergroten van de woningbouwproductie, een eerste prioriteit voor de kiezer. (Anton Roeloffzen, 7 oktober)

Maar is er ook aandacht voor de bodemproblemen van deze tijd? In geen enkel partijprogramma is aandacht voor bodemdaling en de funderingsproblemen, die dat voor vooroorlogse woningen tot gevolg heeft. We moeten meer gaan doen aan de klimaatopwarming en daarmee aan de CO2-emissies wereldwijd, ook in Nederland. En daar hebben partijen ideeën over.

Om de woningbouw weer op gang te krijgen, moeten we van het “stikstofslot” af. En dat is niet alleen voor de woningbouw van belang, maar ook voor het beschermen van de bodem en de natuur. Hoe gaan we dat doen? Ook daarover hebben veel partijen een standpunt. Om het maar niet te hebben over het veiligstellen van schoon drinkwater in de toekomst, want ook dat wordt met de toenemende watervervuiling en verdroging een knelpunt.

Laten we eens bezien wat de politieke partijen vinden van de door Nederland aangegane internationale verplichtingen, zoals het Klimaatverdrag van Parijs en het hieruit voortvloeiende EU-beleid, de Europese stikstofregelgeving op het gebied van mest, nitraat en landbouw, de Kaderrichtlijn water en de Natuurherstelwet van de EU.

Opvallend is dat slechts enkele partijprogramma’s expliciet is aangegeven dat men wil gaan voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Het CDA wil 10 jaar uitstel.  Forum voor Democratie, de PVV en Ja21 willen het verdrag zelfs opzeggen. En of de doelstelling, klimaatneutraal te zijn in 2040 nog haalbaar is, wordt steeds meer betwijfeld.

Dan is de vraag hoe klimaatneutraal te worden. Alternatieve energiebronnen als wind, zon, geothermie staan hierbij alleen ter discussie bij Forum voor Democratie en de PVV (en Ja21?). Over grote en kleine kerncentrales is wel veel discussie; linkse partijen zijn hier tegen, de meeste andere partijen voor. Maar wat doen we intussen als de bouw ervan pas over 30 jaar realiseerbaar is?! Dan nu toch maar hard werken aan energiebesparing bij bedrijfsgebouwen en woningen, stadsverwarming, voorlopig op fossiele restwarmte, verbranden van biomassa, WKO en geothermie? De CO2-opslag onder zee als tijdelijke oplossing kiezen en de CO2-taks handhaven? De meningen verschillen.

Ook het reduceren van de stikstofemissies met 50% voor 2030 wordt door maar enkele partijen expliciet onderschreven.  Het CDA, NSC en de ChristenUnie willen 5 jaar uitstel. Forum voor Democratie, de PVV en Ja21 willen er niets van weten. Vooral de Kritische DepositieWaarde (KDW-stikstof) voor natuurgebieden ligt onder vuur. Als alternatief wordt een normering per landbouwbedrijf voorgesteld en/of een generieke drempelwaarde van 1 mol/ha/jaar i.p.v de nu geldende 0,005 mol/ha/jr. Ook zijn de meningsverschillen groot over gedwongen uitkoop van boeren, hierbij prioriteit gevend aan piekbelasters, PAS-melders legaliseren, en een transitiefonds voor boeren. En herstel van de derogatie voor het uitrijden van mest wordt weer gepresenteerd als oplossing, niet alleen door de BBB, maar ook door de PVV, Forum voor Democratie, D’66, het CDA en de SGP. Dit is inmiddels een onbegaanbaar pad gebleken. Wel lijkt er redelijk draagvlak te zijn voor grondgebonden landbouw en veeteelt, dan wel biologische landbouw.

En hoezo worden alleen de boeren verantwoordelijk gehouden voor het stikstofprobleem? Zijn andere grote uitstoters als de chemische industrie, de luchtvaart en het verkeer niet ook verantwoordelijk?

Op PVV, Forum voor Democratie en SGP na zijn de meeste partijen voor het voldoen aan de normen van de Kaderrichtlijn water voor 2027, al is inmiddels zonneklaar dat we niet tijdig hieraan gaan voldoen. Maar tegelijkertijd wordt de normering ter discussie gesteld en willen veel bedrijven de derogatie terug voor het uitrijden van dierlijke mest. Of een nieuw “geitenpaadje” RENURE geheten. En dat terwijl de daling van het nitraatgehalte in het grondwater stagneert en nog steeds niet aan de norm voldoet. Om het over de toenemende gehalten aan medicijn- en pesticidenresten en PFAS in het oppervlaktewater maar niet te hebben.

Ook de Natuurherstelwet lijkt niet echt te worden omarmd door veel partijen. In de partijprogramma’s is hierover weinig te vinden of wordt de doelstelling, 30% natuurherstel voor 2050, kritisch benaderd. Ook voor het voltooien van net Nederlandse Natuurnetwerk lijkt weinig animo te bestaan in de politiek. Natuur staat bij veel partijen blijkbaar niet hoog op het prioriteitenlijstje.

In de partijprogramma’s zijn her en der ook nieuwe creatieve plannen te vinden, zoals een agrarische hoofstructuur naast een voor de natuur, ideeën over het verminderen van het pesticidengebruik, en de ontwikkeling van stikstof-emissienormen per boerenbedrijf.

Zo alles overziende valt op dat de rechtse partijen het minst willen doen aan de klimaat-, stikstof- en waterproblemen en daarmee ook de degradatie van bodem en natuur niet willen stoppen. Bij de midden- en linkse partijen is het beeld genuanceerder, maar deels ook niet hoopgevend. Alleen de Partij voor de Dieren en de hiervan afgesplitste partij Vrede voor de Dieren stellen zich 100% achter de internationale doelstellingen en gaan zelfs verder dan dat. Ze zijn als enige partijen echt “bodemvriendelijk” te noemen.

Maar er zijn natuurlijk veel meer maatschappelijke belangen af te wegen bij de keuze in het stemhokje. En waarschijnlijk beloven alle partijen veel meer dan ze kunnen waarmaken na verkiezingen vanwege noodzakelijke bezuinigingen en de onvermijdelijke vorming van een coalitieregering van veel partijen. Ik wens iedereen veel wijsheid toe bij het uitbrengen van hun stem op 29 oktober; 80% van de kiezers is nog “zwevend”. 20240910 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn