Bij bodemsaneringen komt vaak verontreinigd grondwater vrij. Dit grondwater kan worden geloosd in de bodem (infiltratie), op het oppervlaktewater of op de riolering. Om hieruit de beste keuze te kunnen maken, is in april 2002 de CIW-handreiking "Vrijkomend grondwater bij bodemsaneringen" uitgebracht (RIZA, september).


Deze handreiking is een herziening van een eerdere publicatie uit 1989. Een nadeel is dat de handreiking vrij omvangrijk is en daardoor minder goed toegankelijk. Daarom is er dit jaar een informatieblad opgesteld. Het doel van dit blad is om snel te kunnen nagaan hoe het beleid in de praktijk kan worden toegepast. Ook wordt in een bijlage kort het juridische kader geschetst: met welke milieuwetten kan een saneerder te maken krijgen in verschillende situaties?

Het heeft de nodige inspanningen gekost om tot de eindtekst van het informatieblad te komen. Dit had onder meer te maken met nieuwe beleidsontwikkelingen. Het informatieblad verwijst naar deze nieuwe beleidsontwikkelingen en houdt daar ook al (gedeeltelijk) rekening mee.

Het blad geeft de voorkeursvolgorde voor verschillende typen van verontreiniging voor een aantal standaard cases die zijn doorgerekend met het zogenoemde RMK-model (Risicoreductie, Milieuverdienste en Kosten). Rekening wordt gehouden met de voorkeur om de lozing van relatief schoon grondwater op de riolering waar mogelijk te beperken. Onverlet de voorkeursvolgorde is het altijd afhankelijk van de praktijksituatie wat mogelijk is.

Aan de hand van het informatieblad kunnen meestal de argumenten worden gevonden om een optimale keuze te maken. Goed en tijdig overleg met alle betrokkenen is daarbij zeer belangrijk. Het informatieblad wordt binnenkort verspreid onder waterbeheerders.