De eerste periode van de Stichting Kennisontwikkeling en Kennisoverdracht Bodem (SKB) is op 31 december 2003 afgesloten. De resultaten van vier jaar kennisontwikkeling en kennisoverdracht zijn gebundeld in het eindverslag SKB (nieuwsbericht SKB, 25 februari 2004).


Dit verslag werd op 17 februari 2004 aangeboden aan het ministerie van VROM. Dit gebeurde tijdens het doorstartcongres SKB dat 17 februari jl. in Madurodam te Den Haag werd gehouden. Naast een terugblik op de eerste periode SKB stond het congres vooral in het teken van het bekend maken van de plannen voor SKB II.

Madurodam vormde het decor voor het doorstartsymposium van SKB. Programmadirecteur Harry Vermeulen zette al bij zijn inleiding de toon door te melden dat de bijeenkomst zou bestaan uit praktijkgerichte verhalen vanuit het uitvoerend bedrijfsleven, de regionale overheid en een bank. Die praktijkgerichtheid zal ook het kenmerk worden van de projecten die SKB zal gaan stimuleren in de komende jaren. In de afgelopen jaren is onder NOBIS en SKB namelijk veel aandacht geweest voor technologie-ontwikkeling, maar Vermeulen constateerde ook dat het in de praktijk toepassen daarvan is achtergebleven. Dat heeft te maken met terughoudendheid bij de overheid als opdrachtgever om te experimenteren, uit vrees voor een ongewis resultaat en hogere kosten. Anderzijds is er ook een kloof tussen beleid en techniek en is er onvoldoende bekendheid met het nieuwe bodembeleid en met de nieuwe mogelijkheden die de technologische ontwikkeling heeft gebracht.

Om de kennis in bodemland beter te laten stromen was én is SKB toch de uitgelezen instantie. Niet alleen om slimme technologie te laten ontwikkelen, maar ook om bestaande kennis in handzame vorm ter beschikking te stellen aan eindgebruikers en het samenwerkingsproces rond bodembeheer te stimuleren.

Voor de nieuwe periode ligt de focus bij SKB dus op toepassing van bestaande kennis en in veel mindere mate op technologie-ontwikkeling of fundamenteel onderzoek. SKB start met de tendering van nieuwe projecten, te weten praktijkprojecten technologie en projecten voor procesoptimalisatie. De voorstellen kunnen tot half april worden ingediend, waarna van elke categorie 10 - 20 projecten zullen worden geselecteerd. Als alles goed verloopt, kunnen de eerste projecten dan al voor de zomer van 2004 van start gaan.

Evenblij
De heer Bakker van de provincie ging in op een voorbeeld van een in de praktijk toegepaste nieuwe technologie. Het project Totaal Concept Evenblij (TCE) in Hoogeveen gaat om verontreiniging door PER en TRI in de bodem van het industrieterrein, waar drijflagen een pluim van 300 m hebben gevormd. De bron is gesaneerd, en de afbraak in de bodem van gechloreerde verbindingen wordt gerealiseerd door infiltratie van anaerobe bacteriën, vanuit een anaerobe dechlorerende bioreactor. Dit SKB-project is volgens Bakker een succesvol voorbeeld van een flexibele en kosteneffectieve sanering, die een spin-off kan hebben voor andere locaties, zoals Almelo. De partijen bij dit project hadden geen opdrachtgever/opdrachtnemer relatie, maar vormden een consortium dat functioneerde op basis van gezamenlijke doelen. De gekozen samenwerkingsvorm was gebaseerd op wederzijds vertrouwen, maar waarbij wel ruimte was voor onderlinge correctie. Volgens dhr. Bakker was men op zich te spreken over de begeleiding van SKB, maar was deze wel op het onderzoek zelf gericht, en te weinig op PR rond het project.

Leren van saneren
De voordracht van Pierre Timmermans van A&G Milieutechniek draaide om het gezegde 'al doende leert men'. Het leren van uitgevoerde projecten moet in zijn ogen resulteren in een continue verbetering van het werkproces en van de resultaten. De beleidsvernieuwing bodemsanering heeft in zijn ogen gelijk tot meer kans voor innovatieve ideeën; iets waar NOBIS en SKB van hebben geprofiteerd. Naar aanleiding van de recente beleidsbrief bodembeheer concludeert Timmermans dat eerdere doelstellingen inmiddels achterhaald zijn: het schoonmaken van de bodem is vervangen door het geschikt maken daarvan voor bepaalde functies. Ook het voornemen om de bodemsanering in 2023 gereed te hebben zal waarschijnlijk niet gehaald worden, maar hij is van mening dat het tempo van de saneringsoperatie wel omhoog kan. Er moet in zijn ogen meer gebeuren om de waaier aan beschikbare technieken, biologisch, chemisch en fysisch, op grotere schaal toe te passen. Aannemers moeten daar meer bij betrokken worden. Gelukkig zijn de kosten per sanering wel flink gedaald, dus dit moet een stimulans vormen om de saneringsoperatie met kracht voort te zetten. Timmermans kan zich helemaal vinden in de constatering in de beleidsbrief dat er meer 'samenwerkingsvermogen' ontwikkeld moet worden, onderlinge communicatie moeten worden versterkt en professioneel opdrachtgeverschap is nodig. Tot slot: wees niet bang voor risico's, full scale is full of surprises. SKB moet praktijkprojecten faciliteren, bevorderen dat kennis gebruikt wordt en communiceren over die praktijkprojecten.

Industriële erfenis
Hengelo heeft een rijke historie als industriestad, aldus wethouder Hans Kok. Oorspronkelijk begonnen als textielstad, hebben zich later vele metaal- en machinefabrieken gevestigd, met Stork als meest bekende industrie. Zoals ook in andere industriesteden heeft de industrie terreinen nabij de binnenstad verlaten, om zich te vestigen op bedrijventerreinen aan de rand van de stad of elders . In de stad zijn in het verleden diverse ontgravingsputten ontstaan, waarin later HCH-afval is gestort dat afkomstig was van het voormalige Stork Chemie. Het latere Akzo heeft HCH bovengronds opgeslagen, dat deels door de wind is verspreid. Op die manier zijn in de stad 275 verdachte locaties vastgesteld met HCH- en ook met kwikverontreinigingen.

Als ISV-gemeente heeft Hengelo nu de taak de omvangrijke industriële erfenis in de bodem te beheren. Daarvoor heeft de gemeente kennis nodig, onder meer vanuit SKB. Kok: 'het zou mooi zijn als SKB een blauwdruk zou kunnen opstellen met de procedure of een beslisboom voor de bestuurder in het geval van bodemverontreiniging'.

Bedrijfsterreinen
De bodemsaneringsopereratie bedrijfsterreinen (BSB) raakt 200.000 bedrijven, waarvan er bij 28.000 bedrijven een inventarisend of nader onderzoek nodig is. Bij ongeveer 4000 bedrijven is urgente sanering geboden. Bij die bedrijfsterreinen gaat het in 91 % om het kleinbedrijf, waarbij de saneringskosten tot meer dan 200.000 € kunnen oplopen. Met deze cijfers illustreerde de heer Biemans van de Rabobank de omvang van de problematiek.

Ondanks het feit dat de overheid bedrijven de helpende hand toesteekt in het kader van de Bedrijvenregeling, blijven er nog veel bedrijven die niet in staat zijn de kosten op te brengen. Voorbeelden daarvan zijn er genoeg, zoals de eigenaar van een textielreinigingsbedrijf, die vanwege die kosten zijn pensioen in rook ziet opgaan en zijn bedrijf niet kan beëindigen. De Rabobank, die een marktaandeel heeft van 50 % bij het MKB, heeft becijferd dat slechts 25 % van de garagebedrijven de sanering kan betalen, tegen 73 % van de metaalbedrijven. Om bedrijven die geconfronteerd worden met een verplichting tot sanering tegemoet te komen, wil de Rabobank in samenwerking met branches uit het MKB tot algemene regelingen komen (in pakketvorm), waarbij draagkrachtondersteuning en een verzekering tegen hoger uitvallende saneringskosten onderdelen kunnen zijn. Wellicht moet een uitvoeringsorganisatie worden opgezet, zoals destijds bij de Subat-regeling. Alleen gaat het nu niet om de sanering van de branche zoals destijds bij de benzinestations, maar van de bodem. Een tip tenslotte vanuit het bankwezen: bij de financiering van bodembeheer wordt te weinig gebruik gemaakt van groenfinanciering. De rente hierbij is 1 % lager dan de marktrente.

SKB-verslag
Staatssecretaris Van Geel van VROM was helaas verhinderd, maar in zijn plaats nam Kees Plug van het ministerie het eindverslag van SKB in ontvangst uit handen van SKB-voorzitter Hans Ouwerkerk. In dit document is in grote lijnen vermeld wat SKB heeft opgeleverd, dus wat het heeft gedaan met de 16 miljoen € steun vanuit ICES/KIS, plus de 14 miljoen € van publieke/private partijen. De heer Plug concludeerde dat SKB zijn geld heeft opgebracht. Bij een totale inspanning van 15 tot 20 miljard € is een investering in kosteneffectieve saneringsmethoden snel terugverdiend. SKB was een goede kennismakelaar en zal een grote rol moeten spelen in de uitdagingen die er voor de komende jaren liggen: gebiedsgerichte aanpakken, waaronder de Rotterdamse haven, en implementatie van kennis. VROM draagt voor 2004 maximaal 2 miljoen € bij aan SKB, en gaat ervan uit dat dit wordt aangevuld met bijdragen van private partijen.